Geen winterweer komende week?
Onzekere weersverwachting, voorlopig geen koud winterweer.
Komt de winter nu wel of niet? De weercomputers zijn het er nog niet over eens. Meerdere keren per dag komen de verschillende weermodellen met nieuwe weerkaarten voor de komende dagen en telkens zijn de uitkomsten anders. De onzekerheid hangt vooral af van de positie van de hoge- en lagedrukgebieden. Het ECWMF berekent voor midden volgende week een hogedrukgebied boven Scandinavië en een depressie ten westen van de Britse Eilanden. Als het hogedrukgebied sterk genoeg wordt, gaat de wind ook in ons land uit het oosten waaien en wordt het geleidelijk kouder. Wint de depressie aan invloed dan is het veel minder koud. De weermodellen zijn in de afgelopen 24 uur met steeds 'zachtere' oplossingen gekomen, de opbouw van een krachtig hogedrukgebied boven Scandinavië is minder waarschijnlijk geworden en daarmee neemt ook de kans op koud winterweer medio volgende week af. Het Europese computermodel ECWMF kwam in de berekening van donderdagavond met een kans van 50% op winterweer vanaf het midden van de komende week. 12 uur eerder was de kans op winterweer volgens dit model nog zo'n 80%. De onzekerheid in de verwachting is goed zichtbaar in de pluim. Hoe groter de spreiding tussen de individuele berekeningen, hoe groter de onzekerheid.
Uitleg pluimverwachting
Het weermodel start met de meest recente waarnemingen van satellieten, ballonnen en weerstations: de initialisatie. Een iets andere initialisatie (beginsituatie) kan al gauw een heel andere verwachting geven. Daarom wordt het model 51x verschillend geïnitialiseerd. Liggen de 50 groene lijnen (het ensemble) dicht bijeen, dan is de verwachting "consistent". Een grote spreiding betekent een onzekere verwachting.
Het weermodel deelt de atmosfeer op in blokjes. Kleine blokjes leveren een hoge resolutie op en een meer nauwkeurige voorspelling. Dit kost veel rekencapaciteit bij de weercomputers. Er wordt 1 verwachting gemaakt op basis van de hoogste resolutie (16x16 km). Dat is de operationele run (de "oper"). Dat is de rode lijn in de pluim. De blauwe lijn is de controlerun, met dezelfde uitgangssituatie als de oper maar op een lagere resolutie (32x32 km). Je ziet hierin de invloed van de verschillen in resolutie.
Alle leden van het ensemble (de 50 groene lijnen) worden op deze lagere resolutie uitgerekend. Dat scheelt veel rekentijd. Deze individuele berekeningen hebben allemaal een kleine wijziging in de beginstuatie. De stippellijn is het gemiddelde van de verzameling berekeningen (het ensemble). Er verschijnt twee keer per dag een pluim, rond 9.35 uur en rond 21.35 uur. In de zomer is dit een uur later.