Einde aan zomerse periode 

Lokaal 9 zomerse dagen op rij

Ruim een week lang was het vrij zonnig en warm tot zeer warm zomerweer. Vanaf dinsdag gaan de temperaturen omlaag. In de tweede helft van de week wordt het overdag nog maar een graad of 15, meer dan 10 graden kouder dan in de afgelopen dagen. Daarmee komt een einde aan een zomers tijdvak dat in juli of augustus niet had misstaan. Sommige weerstations, waaronder Arnhem, hadden vanaf zondag 20 mei in totaal 9 zomerse dagen op een rij. Het KNMI in De Bilt had een serie van zes zomerse dagen (22 t/m 27 mei). De warmste dagen waren 22 en 23 mei. Op 23 mei noteerde het KNMI-weerstation in Hupsel de eerste tropische dag van het jaar met 30,8 graden. Normaal gesproken komt de temperatuur in mei op 2 tot 3 dagen boven de 25 graden. De komende dagen waait de wind uit het noordwesten en is het een stuk koeler.

Eerste zomerse dagen 

Lokaal 30 graden in het binnenland

Dinsdag 22 mei werd op het KNMI in De Bilt voor het eerst dit jaar 25 graden gemeten, een officïele zomerse dag. De temperatuur liep er op naar 28,4 graden. Ook op andere plaatsen in het land was het zomers en lokaal zelfs tropisch warm. Het warmste KNMI-stations was Marknesse met 28,9 graden. Alleen vlak aan zee was het niet zo warm, in Hoek van Holland werd het slechts 16,3 graden en ook in delen van Zeeland en op de Waddeneilanden werd de 20 graden niet gehaald. Daarentegen werd op verschillende amateurweerstations in Gelderland en Overijssel ruim 30 graden gemeten, ondermeer in Hengelo Gld (30,7), een tropische dag. Ook woensdag en donderdag is het op veel plaatsen zomers warm, daarna blijft het nog wel enkele dagen zonnig maar daalt de temperatuur overdag naar zo'n 21 graden. Woensdagavond is er kans op onweer.

Koude meinacht met vorst in de weerhut 

De nacht van zondag op maandag is koud verlopen. Tijdens brede opklaringen daalde de temperatuur in een strook van Noord-Brabant via de Veluwe en Overijssel naar het noordoosten tot rond het vriespunt. Deelen bij Arnhem was het koudste KNMI-station met -1,0 op normale waarnemingshoogte. Ook in Heino (-0,3) en Eelde (-0,4) kwam het tot vorst in de weerhut. Aan de grond kwam het in een veel groter deel van het land tot vorst, met de laagste temperatuur in het Overijsselse Heino (-3,3).